Interview Daan Bakker over Quality Time
Quality Time is een Nederlandse film die zo moeilijk in een hokje valt te plaatsen dat we niet meer kunnen zeggen dan dat het een aanrader is. Lees nu het interview met regisseur Daan Bakker.
25-4-2017 Door: Quirijn Foeken
Daan Bakker (c) Robbie Brussel
Dank voor je hulp.
Nederland heeft er een traditie van gemaakt om hun eigen filmindustrie af te zeiken. In de jaren negentig was de kritiek vooral dat de films er goedkoop uitzagen en dat niemand er heen ging. In de jaren daarna, waar 20% van het bioscooppubliek koos voor een Nederlandse film, luidde de kritiek dat er niks origineels tussen zit: er zijn alleen maar boekverfilmingen en romantische komedies. Inmiddels ben ik zelf ook zo'n azijnzeiker geworden. De vette jaren zijn voorbij, het Nederlandse aandeel aan de box-office daalt weer. De Nederlandse filmindustrie lijkt erop te reageren met volstrekt inwisselbare romkoms. Maar er is hoop zo blijkt: Quality Time van Daan Bakker is een debuutfilm die in geen enkel hokje valt te plaatsen: een volstrekt unieke film die alle conventies over (Nederlandse) film aan zijn laars lapt.
Quality Time is een film opgedeeld in vijf hoofdstukken, ieder in een totaal andere stijl. Zo zien we in het eerste deel gekleurde stipjes. Een van de de stipjes is het hoofdpersonage dat met een vreemd robotgeluidje vertelt over hoe altijd melk en ham moet eten in bijzijn van zijn familie. In het tweede hoofdstuk volgen we een man in een soort Google Earth perspectief terwijl hij plekken uit zijn jeugd fotografeert. Om meer over deze film te vertellen zou zonde zijn.
BiosAgenda: Het leukste aan deze film vind ik misschien wel dat hij überhaupt gemaakt is.
Daan Bakker (DB): Ja dat vind ik er ook heel leuk aan.
BiosAgenda: Het lijkt me dat zoiets als dit lastig is om voor elkaar te krijgen in Nederland.
DB: Op zich viel dat nog wel mee. Ik ben in het De Oversteek-project gestapt, een traject voor mensen die hun eerste film willen maken. Gaandeweg de ontwikkeling werd de film steeds eigenaardiger. Dus elke keer als ik een update gaf over het plan hoop je dat je toch weer door mag gaan. Ze bleven gelukkig geïnteresseerd. Ik denk ook dat het een deel nieuwsgierigheid was, dat mensen toch benieuwd waren waar deze film heen ging.
BiosAgenda: Ik heb begrepen dat je oorspronkelijke idee een stuk conventioneler was?
DB: Inderdaad. Dat was een tragikomische film met één hoofdpersonage die een bepaalde ontwikkeling doormaakt. Dat idee stond me op een gegeven moment zo tegen dat ik me ertegen ging verzetten. Ik schreef scenes die er niet zoveel mee te maken hadden en die voelde eigenlijk beter aan dan waar ik eigenlijk mee bezig zou moeten zijn..
BiosAgenda: Hadden die scenes qua thematiek nog wel iets met elkaar te maken?
DB: Eigenlijk wel. Die vijf personages die nu in de film zitten zijn allemaal een afgeleide van dat oorspronkelijke personage.
BiosAgenda: Kreeg je dan niet te maken met weerstand van producenten of iets dergelijks?
DB: [Stilte] Ik zit me nu af te vragen of ik dat misschien weggeblockt heb. Het is inderdaad vreemd. Ik heb geen tegenwerking gevoeld, integendeel, ik vind dat ik heel goed ben ondersteund door de producent. Je stuit soms wel op onbegrip, maar ik zat vooral mezelf in de weg; het proces verliep tamelijk explosief. Ik moest zelf ergens van loskomen. Je hebt altijd een soort blok wat je meezeult. Wat zullen de mensen ervan denken? Kan dit wel? Is dit wel normaal? Daar moet je vanaf.
BiosAgenda: Het is voor een journalist lastig om iets met deze film te doen. In een recensie kan je niet veel kwijt maar waar moet een interview dan over gaan?
DB: Ja... lastig.
BiosAgenda: Voel jij dan ook een druk om de film te duiden?
DB: Toen ik zo in die film zat, en op die andere manier ging werken viel het woord intuïtief heel vaak. Veel keuzes maakte ik intuïtief en daardoor zijn ze lastig te verklaren. Maar dat voelde dan wel heel goed. Zo heb ik de hele film gemaakt. Normaal gesproken analyseer je een film tijdens het schrijven en voer je daar gesprekken over. Met dat analyseren ben ik gestopt, omdat het me niet hielp. Dat begon pas weer toen de film bijna af was. Ik was ook bloednerveus voor mijn eerste interview: ik had het gevoel dat ik een soort mondeling examen moest afleggen. Het gaat me nog steeds niet heel makkelijk af om de film te pitchen.
BiosAgenda: Je eerste hoofdstuk in je film begint heel abstract en wordt per hoofdstuk eigenlijk steeds conventioneler. Het laatste hoofdstuk is eigenlijk 'normaal'.
DB: Oorspronkelijk had ik voor dat laatste hoofdstuk ook zo'n vervreemdend element in gedachte. In dit geval was dat een hele dominante voice-over die continu alles aan het benoemen was. Toen we dat gingen uitproberen leek het toch niet te werken. Het bleek fijn te zijn om heel normaal te doen om dat je met die eerste vier hoofdstukken al in een bepaalde modus zit. Bij dat hele normale zie je dan ook opeens de absurditeit.
BiosAgenda: In eerdere interviews die ik heb gelezen viel me op dat er veel werd gesproken over de zogenaamde dertigers-dilemma's. Deze link had ik zelf helemaal niet met de film.
DB: Dat kwam ineens aan de orde toen de film al af was. Toen werd dat dertigers-dilemma er bijgehaald. Ik ben daar nooit bewust mee bezig geweest. Mijn oorspronkelijke personage was echter 36: die vijf personages die daar uit voorkwamen waren ook allemaal in de dertig. Dus ik snap heel goed dat mensen denken dat ik een portret van dertigers heb proberen te maken. Dat is eigenlijk niet zo. Het gaat mij om een breder gevoel van vervreemding. Het gaat over het niet weten wat je plaats in de wereld is, dat is niet iets wat alleen dertigers hebben.
Quality Time is vanaf 27 april te zien in de bioscoop.
en abonneer je op onze nieuwsbrief.