Train To Busan recensie
'Benut en omarmt het genre'
Hoe maak je vandaag de dag nog een zombiefilm die zich werkelijk onderscheidt? Door radicaal te zijn? In het geval van de Zuid-Koreaanse regisseur Yeon Sang-ho is het antwoord vreemd genoeg: nee.
29-3-2017 Door: Elise van Dam
Dank voor je hulp.
Het is misschien ook bijna onmogelijk om in een genre zo verzadigd als de zombiefilm nog iets te doen wat echt nooit eerder is gedaan. Zombies zijn allang niet meer de verdwaasd rondwankelende ondoden. Vliegensvlugge zombies, zombies met een geweten, nazizombies; we hebben het allemaal al gezien. En wellicht is dat ook precies wat Yeon besefte toen hij besloot een toevoeging aan het genre te doen. Train to Busan doet vooral wat we van een zombiefilm verwachten, maar concentreert zich daar zo op en doet dat met zoveel overtuiging dat het werkt.
Aan achtergrondinformatie of context wordt geen tijd verspild. Na een opening die in al z’n conventionaliteit toch grappig en fris voelt, worden we vrijwel direct in de actie gestort. Waar het virus vandaan komt dat zo wild rond zich heen grijpt blijft onduidelijk, al ontdekken we via wat summiere telefoontjes wel dat het bedrijf van de gladde zakenman Seok-Woo (Gong Yoo) er iets mee te maken heeft. Hij is een van de mensen die op de trein naar Busan zit. Met tegenzin onderweg naar zijn ex-vrouw en vergezeld door hun bijna jarige dochtertje Soo-an (Kim Soo-an).
Train To Busan recensie
Onvermijdelijk dringt de vergelijking met Snowpiercer zich op, het Engelstalige debuut van Bong Joon-ho waarin een trein op hoge snelheid door een nieuwe ijstijd raast terwijl binnen een revolutie wordt ontketend. Die film liet al zien dat een trein, met zijn compartimenten en de gebondenheid aan ofwel voor- of achteruit gaan, een fantastische locatie voor een actiefilm kon zijn. En Bong regisseerde en choreografeerde het tempo en geweld in de eerste helft van die film met een onontkoombaar voortrazende energie en precisie die zich nauwelijks laat evenaren.
Maar ook Yeon weet de mogelijkheden en beperkingen van de trein bewonderenswaardig naar zijn hand te zetten. De schuifdeuren tussen coupés, de krappe toiletten; elke centimeter van de trein wordt benut. De zombies blijken niet te kunnen zien in het donker en dat biedt Yeon de kans om pandemonische scènes vol manische gekte af te wisselen met de tergende spanning van plotselinge stilte wanneer de trein een tunnel inrijdt. Yeongs achtergrond als animatieregisseur betaalt zich uit in de inzet van dat licht en donker en zijn sterke bewustzijn van de achtergrond waartegen de actie zich afspeelt.
Maar er is nog een belangrijke reden waarom Train to Busan werkt en dat zijn de personages. Het zijn er aardig wat, maar elk van hen is onderscheidend genoeg om op te vallen. En ondanks alle tumult krijgen ze genoeg diepte om er als toeschouwer emotioneel in geïnvesteerd te raken. Waardoor de onvermijdelijke eindes die sommigen van hen ten deel vallen ook verrassend genoeg echt raken. Om nog niet te spreken van de wonderlijk ontroerende eindscène.
“Als je ergens aan begint, moet je het afmaken”, zegt Seok-Woo aan het begin van de film tegen zijn dochtertje en dat lijkt ook het devies van Yeon Sang-ho. Hij committeert zich met volle overgave aan de wetten van het genre en geeft de film een onstuitbare en zeer besmettelijke energie. Train to Busan is dan wel niet revolutionair binnen z’n genre, maar benut en omarmt het genre met zo’n overtuiging dat dat helemaal niets uitmaakt.
en abonneer je op onze nieuwsbrief.