compleet & ongebonden sinds 1995
WEEK 47 21-11 t/m 27-11
Film van de week!
MENU
Home > Filmnieuws > The Impossible: realistische rampenfilm
Interview

The Impossible: realistische rampenfilm

In gesprek met Juan Antonio Bayona

In 2007 verraste de Spaanse regisseur "Juan Antonio Bayona" met zijn ultraspannende spookhuisfilm The Orphanage. Zijn tweede langspeler, The Impossible, is van heel andere aard: hierin staat de tsunami die in 2004 vooral in Azië tienduizenden slachtoffers opeiste centraal. BiosAgenda.nl sprak Bayona in Amsterdam en wilde vooral weten: hoe is het gelukt om The Impossible zó heftig en realistisch te maken? En wat vinden de overlevenden eigenlijk van de film?

Delen op facebook
Still uit The Impossible

Still uit The Impossible

We hebben na 25 jaar helaas je hulp nodig!

Dank voor je hulp.

BiosAgenda.nl: Als het een doel was om je publiek als een tsunami in de film mee te sleuren, dan is dat gelukt...

Juan Antonio Bayona (JAB): The Impossible moet als een ervaring beleefd worden, het moet meer zijn dan ‘gewoon’ naar film kijken. Het is een film die je over je eigen leven laat nadenken. We hebben met veel mensen gesproken die de ramp hebben meegemaakt. De emoties die daarbij kwamen kijken maakten veel bij ons los en dat wil ik overbrengen aan de kijker.

BiosAgenda.nl: Waarom een film over de tsunami?

JAB: Het verhaal van een Spaanse familie die de ramp heeft meegemaakt kwam op mijn pad. Ik was zwaar onder de indruk van de ontberingen die zij hebben meegemaakt en daarom wilde ik hun verhaal vertellen. En trouwens niet alleen dat van hun, maar dat van al die mensen die door de ramp getroffen zijn. Je focust niet alleen op de emoties van die familie, je moet werkelijk alles weten over wat daar gebeurd is. Daarom spraken we met veel overlevenden, zowel Europese als Thaise. We wilden de ramp zo realistisch mogelijk nabootsen.

BiosAgenda.nl: Wilde de familie wel meewerken aan het herbeleven van hun trauma?

JAB: Het was moeilijk om ze te overtuigen dat juist hún verhaal centraal moest komen te staan. Ze voelen zich schuldig dat zij de ramp wel overleefd hebben. Zij kwamen er immers relatief ongeschonden vanaf, in ieder geval in verhouding tot duizenden andere families.

BiosAgenda.nl: Was het zwaar voor ze om hun ervaring opnieuw te beleven voor de film?

JAB: Nee, ze zullen altijd beweren dat hen weinig is overkomen. Het was vooral zwaar wanneer het over de mensen ging die de ramp juist niet overleefd hebben.

BiosAgenda.nl: Geldt dat ook voor andere overlevenden die je hebt gesproken?

JAB: Je bent bang dat bepaalde onderwerpen te gevoelig zijn, maar slachtoffers zullen ze als eerste bespreekbaar maken. Ze zijn enorm open. Zo vroegen we hoe wij als filmmakers de emotionele en fysieke pijn moeten laten zien, maar de overlevenden lachen er bijna om dat de kijker dit zo’n heftige kijkervaring vindt. Zij weten hoe het echt was. Enkele slachtoffers hebben de film gezien en zij waarderen vooral de cinematografie en de cinematografische impact ervan.

BiosAgenda.nl: Er zitten bijna geen computereffecten in de film. Vertel daar eens over?

JAB: Het was nooit ons plan om er een spektakelfilm met grootse effecten van te maken. Het moest er uitzien als een documentaire. Geanimeerd water oogt nep uit, daarom hebben we de ramp nagebootst met echt water.

BiosAgenda.nl: Maar hoe - in godsnaam - hebben jullie de ramp zó realistisch nagebootst?

JAB: We deden er een maand over om de ramp te filmen, maar we hadden een jaar nodig om alles voor te bereiden. De ene keer gebruikten we een maquette, de andere keer beelden van de set en dat mixten we allemaal weer in de montage. De shots van bovenaf zijn bijvoorbeeld een combinatie van minitiaturen en daadwerkelijke camerabeelden uit Thailand. Palmbomen zijn op hun beurt weer CGI, dus zo krijg je laag na laag met verschillende effecten om de ramp zo echt mogelijk te maken.

BiosAgenda.nl: En hoe groot was de set?

JAB: Sommige delen waren énorm. Neem de set van waar de vloedgolf het land raakt, die was groter dan tien voetbalvelden bij elkaar. Als je de set op Google Maps zoekt kun je hem waarschijnlijk zien, zo groot. Dat hielp de acteurs ook, want zo kregen ze het gevoel dat ze er echt bij waren.

BiosAgenda.nl: Overal modder, kapotte huizen, autowrakken... Hoe creëerden jullie de chaos?

JAB: We hebben alles daar moeten neerleggen, want bijna alle schade van de ramp is hersteld. Onze set was realistisch, met de modder, plastic, flarden van kleding die overal lagen... De production designer van onze film won een Oscar voor zijn werk in Pan’s Labyrinth, dus hij weet wat hij doet. Toch, uiteindelijk is zo’n set nog steeds geen werkelijkheid. Het blijft onze interpretatie.

BiosAgenda.nl: Hoe was het om tot aan je navel in het water met Naomi Watts op de set te staan?

JAB: Intens. Het filmen was sowieso intens, vooral met en voor de acteurs. De meeste figuranten op de set waren ook slachtoffers van de ramp. De scène in het zwembad, aan het begin van de film, is op exact dezelfde locatie opgenomen als waar het Spaanse gezin destijds werd getroffen. De acteurs stonden op exact dezelfde plekken, we wilden dicht bij de realiteit.

BiosAgenda.nl: En vertel eens over acteur Tom Holland? Hij is jong, maar ook zeer geloofwaardig als één van de drie zoons.

JAB: Hij was destijds nog maar dertien, maar hij is één van de beste acteurs met wie ik gewerkt heb. Hij speelde Billy Elliot in het theater en die rol hield hij al drie jaar vol, dus dan kun je zijn discipline wel voorstellen. De druk die elke dag weer op hem werd gelegd was groot. Elke dag moest hij een scène draaien waarin hij moest huilen en waarin zijn wereld nog verder afbrokkelt. We hebben vijf maanden met hem op de set gestaan, moet je nagaan.

BiosAgenda.nl: Was het geen risico om hem op die leeftijd bloot te stellen aan zoveel ellende?

JAB: Dat is mooi aan hem: hij wist zijn onschuld te behouden. En vanuit die onschuld legde hij veel meer diepgang in zijn spel. Als regisseur heb ik hem niet anders behandeld dan de volwassen acteurs. Tom droeg dezelfde verantwoordelijkheid, maar er was niets wat hij niet aankon.

BiosAgenda.nl: Hiervoor maakte je The Orphanage, een Spaanse spookhuisfilm die amper vergelijkbaar is met The Impossible. Wat heb je vanuit die filmervaring meegenomen naar deze film?

JAB: Je leert veel van gesprekken met mensen die dat soort dingen echt hebben meegemaakt. Voor The Orfanage sprak ik met een man van wie zijn kinderen echt spoorloos verdwenen waren. Door dat soort gesprekken groei je als mens. Wij maken films over ernstige onderwerpen, maar veel mensen komen echt in zulke situaties terecht. Daar moet je bij stil blijven staan. De dankbaarheid die ik kreeg van mensen die de tsunami overleefd hebben is me op persoonlijk niveau veel meer waard dan een succesvolle film maken.

Pim Wijers

Blijf in contact!

en abonneer je op onze nieuwsbrief.