Recensie Disobedience
Benauwend drama mist soms focus
De Argentijnse regisseur Sebastián Lelio slaagt er niet altijd in zijn claustrofobisch drama Disobedience genoeg diepte mee te geven.
11-7-2018 Door: Elise van Dam
Rachel Weisz en Rachel McAdams in 'Disobedience' (c) 2018
Dank voor je hulp.
De mens werd geschapen op de valreep. De zon van de zevende dag was al bijna op toen God uit de grond een man en een vrouw kleide. Is de mens een nagedachte of de kroon op de schepping? Rabbijn Rav (Anton Lesser) heeft de vraag nauwelijks gesteld of hij stort ter aarde. En zo begint Disobedience net als Sebastián Lelio’s vorige film Una mujer fantástica met een sterfgeval.
Het sterven van de rabbijn doet Ronit (Rachel Weisz) terugkeren naar de Joodse gemeenschap in Noord-Londen die ze lang geleden achterliet. Ze bouwde een leven op in New York en maakte carrière als fotograaf. Het was een ontsnapping, zoveel is duidelijk, en terug in Engeland tonen Lelio en cinematograaf Danny Cohen waarvan. Het kleurenpalet is grauw, de huizen zitten vol krappe kamertjes en trappen. Alles voelt benauwend en het lijkt Ronit bijna zichtbaar moeite te kosten om adem te halen.
Binnen die claustrofobisch hechte gemeenschap is haar vroegere jeugdvriend Dovid (Alessandro Nivola) een belangrijke spil. Hij is een toegewijd leerling van de rabbijn en diens beoogde opvolger. En inmiddels getrouwd met een andere belangrijke figuur uit Ronits jeugd, Esti (Rachel McAdams). Wanneer de drie samen in de keuken staan voelen we de gedeelde geschiedenis tussen hen in hangen.
Voor een film die slechts om een paar personages draait, mist Disobedience gek genoeg wat focus. De manier waarop Ronit en Esti na al die jaren opnieuw naar elkaar toe graviteren, wordt mooi gevangen en Weisz en McAdams laten die aantrekkingskracht in hun spel voelen als een natuurwet, maar de conflicten waar het toe leidt krijgen in het script van Lelio en coscenarist Rebecca Lenkiewicz niet overal genoeg diepte. In de roman van Naomi Alderman waarop de film gebaseerd is, werd steeds gewisseld tussen drie perspectieven: de theologische visie van Dovid, de rebelse kijk van Ronit en de daartussen vastzittende Esti. De film is in de eerste plaats Ronits verhaal, maar dat vooral het perspectief van Esti er wat bekaaid afkomt, breekt zich naar het einde van de film toe op.
In Una mujer fantástica zit een scène waarin Marina, die als transseksueel door de familie van haar overleden geliefde niet als vrouw wordt beschouwd, in haar auto rijdt terwijl Aretha Franklin op de radio zingt: “You make me feel like a natural woman.” Het is erg letterlijk, maar het werkt, omdat Lelio consequent zijn film een fractie boven de realiteit verheft met neonkleuren en een gepolijste cameravoering, waardoor je dit soort artificiële momenten als toeschouwer kunt accepteren. In Disobedience zit een zeer vergelijkbaar moment wanneer Ronit in haar vaders huis de radio aanzet en Robert Smith van The Cure zingt: “You make me feel like I am home again”. Maar hier vloekt het met de ingehouden en grauwe stijl.
Het doet lijken of Disobedience nooit helemaal Lelio’s film is geworden. Alsof niet alleen de personages, maar ook hij tegen een repressieve kracht moet opboksen. Je kunt zeggen dat daarmee stijl en inhoud op elkaar aansluiten, maar het gevolg ervan is ook dat de film een tikje vlak voelt. Iets wat des te meer opvalt wanneer de film in één scène toch even alle schroom en vroomheid van zich afwerpt.
en abonneer je op onze nieuwsbrief.