Matterhorn: breken met dogmatiek
In gesprek met Diederik Ebbinge en René van ‘t Hof
Diederik Ebbinge heeft als ex-Vligende Panter een behoorlijke geschiedenis in het theater en in 2009 maakte hij tv-film Gewoon Hans, met Hans Teeuwen. Matterhorn is zijn eerste bioscoopfilm; hij won er dit jaar meteen de publieksprijs mee op het IFFR. In de film woont eenzame weduwnaar Theo (Ton Kas) in een hechte kerkgemeenschap. Zijn leven is saai en monotoon, tot zwerver Fred (René van ’t Hof) bij hem aanwaait. Door Fred komt de kleur langzaam terug in zijn leven.
6-2-2013 Door: Bioscoopagenda
Rene van 't Hof (c) Arjo Frank
Dank voor je hulp.
BiosAgenda.nl: Matterhorn is een heel typische en specifieke film over eenzaamheid, religie en dogmatiek. Hoe kwamen jullie op het idee?
Diederik Ebbinge (DE): Allereerst wilde ik gewoon een film maken met Ton en René. Ze speelden al in mijn vorige films; ik vond het zo’n intrigerend duo dat ik ze graag hoofdrollen wilde geven. René kwam toen met een oud documentairetje uit Waskracht, een documentaireprogramma van de VPRO. Hij liet een fragment zien van een man bij wie elke avond een zwerver kwam eten. Dat was zo’n goed uitgangspunt dat we besloten om er een film omheen te maken.
BiosAgenda.nl: Jij en René werken al lang samen, waar begon het?
DE: Onze eerste kortfilm was Succes, daar speelde René de hoofdrol in. Maar we kenden elkaar al langer, uit het theater. Ik ben een stuk jonger dan René [René: dat zie je ook wel]. Ik ben naar de theaterschool gegaan omdat ik fan was van Herman van Veen, ik kende niet meer dan dat. In mijn eerste jaar werd ik meegenomen naar een voorstelling van Carver, de toneelgroep van Beppie Melissen, Leny Breederveld en René. Dat was op artistiek gebied mijn eye opener.
BiosAgenda.nl: In Matterhorn mixen jullie props en decors uit verschillende decennia. De kleding en auto’s komen uit de jaren zeventig, er wordt betaald in euro’s en de computers komen uit de jaren negentig. Waarom de keuze voor dat tijdsloze?
DE: Het wordt zo een soort sprookje. Je bent lang bezig om de juiste ingrediënten te vinden voor al die stijlen. Zo hebben we lang gediscussieerd of we nou guldens of euro’s moesten gebruiken. Als je guldens gebruikt krijgt de film een ouder gevoel, maar juist met die euro’s wordt het non-descript.
René van 't Hof (RH): Er zijn mensen die dat helemaal niet erg vinden, en mensen die er juist over vallen. Mensen die zeggen: ‘Toch euro’s!? Wat gaan we nou krijgen?’
BiosAgenda.nl: En qua kleding: lang in de paskamer gestaan om jurken te passen, René?
RH: Die jurken die ik aanheb zaten lekker krap ja. Daarom valt Ton ook op me in de film... Heerlijk om de bruidsjurk aan te trekken. Ik hou er sowieso wel van om ze te dragen. Dat is ook het voordeel van acteren: je kan je veel rollen aanmeten, dus ook zulke. Thuis draag ik trouwens ook jurken, tenminste, Arabische jurken, voor mannen. Die heb ik ooit meegenomen uit Oman.
BiosAgenda.nl: Alles ziet er verder ultra Hollands uit, met mooie weilanden en bomenrijen. Lang gezocht naar het dorp en de locatie?
DE: Ik toerde met mijn cameraman drie dagen door Zeeuws Vlaanderen, op zoek naar locaties. Toen we dat dorp binnenreden zei ik tegen hem: ‘ik stap hier niet uit hoor, er is geen kip op straat. ’ We stapten natuurlijk wel uit en toen viel de hele film op zijn plek. Het huis van Fred, het huis waar Kamps woonde, het trapveldje. En toen was het nog een enorme klus voor de locatiemanager om alle bewoners mee te krijgen.
BiosAgenda.nl: Was het ook echt zo’n klein, kerkelijk dorpje zoals het in de film is?
RH: Er waren in ieder geval een boel mensen die daar al heel erg lang woonden. En er staan huizen waarvan het lijkt alsof ze leeg staan, maar die dan toch bewoond zijn. Er hangt daar een hele rare sfeer, maar het is een te gekke locatie.
BiosAgenda.nl: Hoe heet het dorp? Of is dat een geheim?
DE: Nee hoor, het heet Prosperpolder. Prosperpolderdorp. Woont een man of tweehonderd. Maar wat bleek: moesten we voor de opnames allerlei dingen plannen, was daar elk weekend wel wat te doen in de zomer. Een hardrockfestival nota bene, of een kermis.
RH: Dat gebeurde allemaal op dat trapveldje dat je ook in de film ziet. Maar het was wel vreemd, dat we daar ineens met grote bussen en een hele filmcrew aankwamen. Je neemt zo’n dorp toch over. Dat we ’s nachts ineens met een regenmachine in de weer waren, dat trok genoeg bekijks.
BiosAgenda.nl: Matterhorn lijkt op De Noorderlingen, van Alex van Warmerdam. Heeft die film je geïnspireerd?
DE: Die vergelijking hoor ik heel veel. Maar nee. Ik ben door mijn ouders vroeger wel mee naar Abel genomen, dat vond ik toen heel erg leuk. De Noorderlingen heb ik wel gezien, maar dat is ook alweer twintig jaar geleden. Vond ik ook een heel leuke film. [René: Ik vind het zelfs zijn beste film] Maar verder heb ik ook helemaal niet veel van hem gezien. Ik heb dat dus niet bewust als referentiekader gebruikt, maar het is wel een compliment.
BiosAgenda.nl: René, blijft het nog uitdagend om met Ton Kas te spelen?
RH: Je moet in tragikomedie kunnen aanvoelen hoe ver je kunt gaan en dan helpt het juist dat je elkaar al lang kent. Omdat mijn personage zich weinig ontwikkelt in deze film wilde ik af en toe wel eens iets grappigs doen. Je moet dan scherp blijven om dat juist niet te doen. Iemand als Ton of Diederik moet mij dan terugfluiten. Er is niets erger dan in een zogenaamd komische film te staan waarom niemand lacht.
BiosAgenda.nl: Vind je jezelf wel een komedieacteur?
RH: Nee, helemaal niet juist.
DE: Flodder?
RH: Nou ja, van die tv-komedies waar er veel van zijn: dat lukt mij gewoon niet. Als ik zo’n punchline moet plaatsen, dan gaat er iets in mij op slot.
BiosAgenda.nl: Je timing in Matterhorn valt niets op aan te merken.
RH: Ik heb een briljante timing, al zeg ik het zelf, maar dat is heel wat anders dan van die komedie op tv. Ik wil daar ook helemaal niet aan mee doen, verschrikkelijk.
BiosAgenda.nl: Dan, Diederik, over de muziek: Bach speelt een heel belangrijke rol.
DE: Een vriend van me is opgegroeid in zo’n streng en religieus milieu. Zij luisterden überhaupt amper muziek vroeger, het enige wat er op stond was Bach, omdat dat religieuze muziek is. Dat vond ik een mooi idee voor het personage van Ton, omdat hij ook uit dat milieu komt. Had ik meteen een inhoudelijke reden om mij Bach te kunnen permitteren. Blijft link natuurlijk, het wordt al snel teveel. Net als de humor waar René het over had: je wil er niet mee doorslaan, dan is het niet leuk of mooi meer en daarom eindigt de film met het nummer This is My Life: dat ontheiligt Bach ook weer.
BiosAgenda.nl: Zou je Matterhorn antireligieus kunnen noemen?
DE: Religie heeft een belangrijke functie. Maar ik probeer het niet zoals Maarten ’t Hart kapot te maken. In de slotscène zit toch een religieuze daad. De film gaat daarom over verlichting en het breken met dogmatiek, juist zonder van het geloof te vallen.
Pim Wijers
en abonneer je op onze nieuwsbrief.