Cyberman

Professor Steve Mann, 's werelds eerste echte cyborg, loopt al meer dan twintig jaar rond met een door hemzelf ontwikkelde en in elkaar gezette computer, als een verlengstuk van zijn zintuigen. Hij interpreteert en manipuleert de werkelijkheid door een camera die hij in zijn bril heeft gemonteerd en die is aangesloten op de computer en internet, zodat 'mensen mij niet alleen kunnen zien, maar ook zijn'. Mann onderzoekt niet alleen technologische, maar ook ethische grenzen. Zo confronteert hij managers met het filmverbod in hun winkels, terwijl er wel constant opnamen worden gemaakt van klanten, vaak met verborgen camera's. Lynch maakt dankbaar en inventief gebruik van de opnamen van Mann en zijn cyber-echtgenote Betty - ook al vijftien jaar met een technologische prothese uitgerust. Hij monteert hun digitale film- en fotobeelden met zijn eigen 16mm-opnamen, video en zwart-witfotografie en brengt daarmee Manns theorieën over manipulatie in praktijk: soms is het geheel onduidelijk door wiens ogen de werkelijkheid wordt gezien. Cyberman schetst een fascinerend beeld van een geobsedeerd genie, dat de technologie gebruikt als wapen tegen de manipulatie van globe-omspannende bedrijven en massamedia. 'Als de technologie een op hol geslagen monster is, dan is dit de manier om het monster te temmen.'