'Bioscoopsucces valt te voorspellen'

Ate de Jong over het succes van de Nederlandse film

Regisseur Ate de Jong heeft een essay geschreven waarin hij betoogt dat het bioscoopbezoek van Nederlandse films te voorspellen is. Hij wil met zijn essay een discussie veroorzaken.

10-11-2011 Door: Bioscoopagenda

Ate de Jong (c) Arjo Frank

In een telefonisch interview met Biosagenda stelt de Jong dat de discussie over succes te weinig wordt gevoerd. Filmmakers gebruiken allemaal hun eigen richtlijnen voor succes maar spreken te weinig met elkaar hierover.

"De bezoekcijfers voor films worden door producenten altijd veel te hoog ingeschat", zegt de Jong. "Producenten houden te weinig rekening met welk publiek ze trekken. Ze moeten zich meer afvragen voor wie ze de film eigenlijk maken".

Ate de Jong is naast regisseur ook voormalig intendant van het Filmfonds. Hier had hij de beschikking over drie miljoen euro die hij naar eigen inzicht mocht verdelen over films.

In zijn essay 'Succes is voorspelbaar!' hanteert de Jong vijf typen films die ieder een eigen aantal bezoekers zouden moeten trekken. Haalt de film minder bezoekers, dan is het een flop.

Het essay gaat vooral in over publieksfilms die tussen de 250.000 en 600.000 bezoekers moeten trekken om een succes genoemd mogen worden. Hij introduceert een stresstest waarbij met enkele variabelen het bioscoopbezoek kan worden voorspeld.

(Onder dit artikel vindt u een link naar het blog van Filmtaal waar het essay is te vinden)

Ate de Jong vindt niet dat zijn stresstest niet bepalend moet zijn voor de hoeveelheid subsidie die een film moet krijgen. De stresstest dient vooral voor filmmakers zelf zodat ze hun verwachtingen naar beneden kunnen bijstellen.

1. Zie hier het blog van Filmtaal